Met een stoktrauma bedoelen we een wond in de mondholte die ontstaat wanneer honden met een stok hebben gespeeld. Klassiek gaat het om een stok die geworpen is en dan plots ergens op afwijkt of schuin in zand of modder blijft staan. Instinctief stormen honden erop af, de stok schiet  in de bek en boort  zich een weg verder achterin de keel. De symptomen en mogelijke gevolgen hangen heel erg af welke structuren beschadigd zijn. Is het oppervlakkig slijmvlies of zijn de tonsillen (amandelen) in de keel beschadigd dan valt het mee. Maar is de grote slagader in de keel of de slokdarm betrokken, of migreert een splinter, dan kan het verhaal helemaal anders zijn.

Symptomen

Er wordt  een verschil gemaakt tussen acute en chronische trauma’s. Bij acute stokincidenten is het trauma opgemerkt door de eigenaar. Vaak geeft de hond een gil, komt er wat bloed uit de bek en gaan ze speekselen. Ze veranderen meteen van gedrag en worden stiller. Vaak  willen ze niets meer eten. Soms vertonen ze slikproblemen en/of pijn bij het openen van de bek of bij het strekken en buigen van de nek. Indien een scheur in de slokdarm of luchtpijp aanwezig is, ontstaat er typisch een ophoping van lucht onder de huid. Deze lucht verspreid zich verder naar de huid of borstkas en er ontstaat druk op de longen met een ernstige ontsteking en shock. Dit kan supersnel verlopen en levensbedreigend zijn!

Bij chronische patiënten (> 7 dagen) is het initiële trauma niet herkend, behandeld of niet alle fragmenten zijn verwijderd. Het chronische stadium houdt minder verband met het directe letsel door de stok, maar meer met de aanwezigheid van houtfragmenten, gras, modder, zand… Deze kunnen migreren of draineren in een fistel. Vaak ontstaat in een later stadium een zwelling/abces in de hals, ontstaan er slikproblemen, een stinkende geur uit de bek, ademhalingsproblemen, nekpijn of manken honden of vertonen ze algehele malaise.


Diagnose

De diagnose van een stoktrauma dat waargenomen is door de eigenaar, is recht toe recht aan. Een onmiddellijke keelinspectie gecombineerd met een röntgenonderzoek van de keel en borstkas is aangewezen. Een stoktrauma dat niet herkend is, kan soms een echte uitdaging zijn. We kunnen kleine hints krijgen aan de hand van het verhaal en de presentatie. Vaak zijn het jonge, middelgrote, actieve honden die met enige regelmaat met een stok sjouwen. Het wordt bijna niet waargenomen bij kleine honden. Bij elk vermoeden van een recent stoktrauma dient onder anesthesie een zorgvuldige keelinspectie te worden geadviseerd. De aanwezigheid van onderhuids lucht (subcutaan emfyseem) is een belangrijke aanwijzing en de alarmbellen zouden moeten afgaan. Bij chronische gevallen kan een massa in de hals, die alsmaar groter wordt, als aanknopingspunt gebruikt worden. Bij dergelijke patiënten gaan we met een echografisch onderzoek proberen of we het vreemde voorwerp in beeld kunnen brengen om zo het vermoeden te bevestigen. Het letsel in de mond is dan vaak niet meer zichtbaar. Soms is een CT-scan nodig om verschillende houtsplinters te kunnen visualiseren of om de grillige fistelgangen te kunnen volgen. Een CT-scan raden we vaak aan wanneer er reeds een chirurgie is uitgevoerd om een revisie operatie zo goed mogelijk te kunnen plannen.

null

Een tak met een doorsnede van 3cm en 40 cm lengte, doorzeefde het linker gedeelte van de keel helemaal tot in de hals rakelings langs de slokdarm en de linker halsslagader. 


Behandeling

Opnieuw wordt er best een verschil gemaakt tussen enerzijds de acute trauma’s en anderzijds de chronische presentaties. Bij een acuut verhaal waarbij de stok zichtbaar in de keel geschoten is, onafhankelijk van het vermoeden of er nog houtfragmenten aanwezig zijn, wordt best een keelinspectie en exploratie uitgevoerd. Uiteraard enkel wanneer de patiënt stabiel is bevonden voor anesthesie. Vroeger werd niet alleen standaard de mondholte chirurgisch benaderd maar ook de hals. Hierbij werd een huidincisie gemaakt in het midden van de hals van de kin tot aan het borstbeen en werd volledig de halsregio chirurgisch  geëxploreerd. Heden ten dage wordt een minimalere benadering gehanteerd waarbij er met een camera in het ontstane gat achterin de keel wordt gekeken. Hierbij spoelen we uitvoerig met steriele vloeistof en kunnen we onder camerabegeleiding, achtergebleven houtfragmenten verwijderen en gras of zand wegspoelen. We frissen de weefsels op en vaak hechten we het gat in het slijmvlies om te verhinderen dat eten en drinken dezelfde weg op gaan wanneer de patiënt terug wakker is. Een recente studie toonde aan dat 85% van de patiënten met een acuut stoktrauma die onder camerabegeleiding werden behandeld, geen hals operatie meer nodig hebben. 
Bij honden waarbij een keelinspectie is gebeurd en enkel een scheur in de bek is waargenomen, kan er alsnog vreemd materiaal (stukjes hout-gras-zand,…) achterblijven. Dan ontstaat er later, gaande van een paar dagen tot maanden, een zwelling/abces in de hals of kopregio. Een operatie van de hals is dan aangewezen.

Een chirurgische exploratie van de hals is alsnog noodzakelijk:

  • bij chronische patiënten (het letsel in de mond is vaak genezen)
  • wanneer er nog een stuk hout aanwezig is in de keel of hals (deze kunnen bloedvaten dichtduwen en wanneer deze verwijderd wordt, kan een grote bloeding ontstaan)
  • wanneer er indicaties zijn op röntgenonderzoek voor betrokkenheid van luchtpijp en/of slokdarm (onderhuids lucht - ook wel subcutaan emfyseem genoemd)
  • indien grote bloedvaten, die naar de kop lopen, geraakt zijn
  • indien we onder camera begeleiding toch niet alle fragmenten hebben kunnen verwijderen


Complicaties na een operatie

Na een exploratie van de hals, zijn voornamelijk wondvochtopstapeling (seroma), wondinfectie al dan niet gecombineerd met het openkomen van de incisie, het meest beschreven. Soms blijft er ook bij deze patiënten een stukje vreemd materiaal achter en zal de zwelling terugkomen en dringt een revisie operatie zich op, met voorafgaand een CT-scan onderzoek om de operatie beter te kunnen plannen.

Soms is de slokdarm betrokken in het proces en dan zijn er specifiek complicaties beschreven met het slecht genezen van de slokdarm. De slokdarm geneest namelijk slecht door de mindere doorbloeding en de grote beweeglijkheid. Vernauwen van de slokdarm, loslaten van de hechtingen van de slokdarm komen frequent voor. Honden kunnen gemakkelijk een longontsteking ontwikkelen omdat het slikmechanisme geraakt is bij het trauma. Daardoor is de algemene prognose indien de slokdarm betrokken is, gereserveerder.

Net zoals bij de slokdarm is de betrokkenheid van de luchtpijp bij een stoktrauma een negatieve factor. De impact voor de patiënt is uiteraard veel groter alsook de urgentie. Patiënten kunnen in shock raken en sterven. De lucht die uit de scheur van de luchtpijp komt, verplaatst zich via de weg van de minste weerstand. Afhankelijk van de grootte van het lek, gebeurd dit op een razend snel tempo soms trager. Het lek in de luchtpijp moet zo snel mogelijk gedicht worden maar moet eerst gevonden worden. Belangrijke zenuwen en bloedvaten lopen langs de luchtpijp en deze kunnen ook beschadigd zijn of geraakt worden bij de chirurgie.

Soms zien we dat de grote slagader in de hals geraakt is en kunnen dergelijke patiënten overlijden door bloedverlies. Zeker als de stok die de slagader geperforeerd heeft, verwijderd is. Daarom adviseren we de stok pas te verwijderen bij een dierenarts. Wat bijna niet gebeurd, want elke eigenaar zal de reflex hebben om de stok te verwijderen indien deze nog zichtbaar is. Dergelijke patiënten moeten dan een bloedtransfusie krijgen tijdens of na de operatie waarbij de bloedende arterie moet worden opgezocht en moet worden afgebonden.

Prognose

Het herstel van een stoktrauma is moeilijk op voorhand in te schatten. Indien enkel het slijmvlies van de mond geperforeerd is, er verder geen vitale structuren betrokken zijn en geen vreemd materiaal is achtergebleven, is de prognose uitstekend. Dit is het meest gunstige en dan komen we goed weg.
Ondanks het succesvol verwijderen van verschillende houtfragmenten is recidief nog steeds mogelijk. Maar ook hier kan bij een revisie operatie een goede prognose worden gegeven. Alleen is het heel vervelend dat een patiënt opnieuw moet worden geopereerd.
Aan de andere zijde van het spectrum is een perforatie van de slokdarm minder gunstig en kan het slikmechanisme betrokken zijn, dit kunnen we pas goed inschatten na een operatie. Hierbij is de prognose gereserveerd. Dergelijke honden verslikken zich vaak en overlijden dan vaak aan een longontsteking.


Preventie

Het spelen met een hond is goed voor u als eigenaar alsook voor uw huisdier. Maar het gooien met takken of stokken wordt sterk afgeraden zodat we levensbedreigende situaties kunnen vermijden. Dus laat die stok links liggen. De verleiding is soms heel groot. Begrijpelijk. Maar maak gebruik van veiligere alternatieven zoals dog-fiendly frisbees of rubberen stokken.